Natuurlijk Kapitaal gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.
AccepterenLaatst geupdate: donderdag 15 augustus 2024
Natuurinclusief bouwen en ontwikkelen concreet maken. Dat is de missie van Nest Natuurinclusief. We spreken met directeur Ingrid Sloots over wat er nodig is om de gebouwde omgeving te vergroenen. “De teloorgang van de biodiversiteit is groot. In de bouw hebben we de kans om het tij te keren.”
Nest werkt met een team van ecologen, biologen en experts in de gebiedsontwikkeling aan een natuurinclusieve bouwwereld. Ingrid Sloots richtte de organisatie op na een duidelijke vraag vanuit markpartijen. “Ontwikkelaars en architecten moesten iets met natuur en biodiversiteit. Hun vraag was of we daarmee konden helpen. Zodat ze hun projecten natuurinclusief konden maken.”
Die hulp aan bouwbedrijven wilde Ingrid Sloots zeker bieden. Tegelijkertijd was en is ze nog steeds op zoek naar duurzamere methodes om te werken aan natuurinclusief bouwen. “Ik heb altijd de wens gehad om te werken aan blijvende vergroening van de stad. Dus niet per projectje een advies, maar een aanpak die zorgt voor leefbare steden.”
De natuur moet altijd een stem aan tafel krijgen.
Hoe ziet zo’n duurzame aanpak eruit? “Het houdt in dat bij stedelijke opgaves, de natuur altijd een stem aan tafel krijgt. Dat het vanzelfsprekend is dat de natuur in beleid wordt bestendigd. En tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat binnen projecten natuurinclusief in alle fases wordt meegenomen; niet dat je bijvoorbeeld heel ambitieus begint en er weinig van terugkomt in de realisatie.”
De afgelopen jaren is duurzamer bouwen meer bestendigd in beleid. Een goed begin om natuurinclusief bouwen gangbaar te maken. Al is de praktijk vaak weerbarstiger. “Ten eerste moeten de ambitie en verplichtingen goed worden uitgevoerd. Maar dat blijkt in de praktijk lastig, want ecologen en ontwikkelaars spreken elkaars taal vaak niet.”
Het delen van goede voorbeelden kan volgens Ingrid helpen met het elkaar beter begrijpen. “Steeds meer architecten zijn natuurinclusief bezig. Die zijn verbeeldend en creatief. Zij laten zien dat je mooie gebouwen kunt maken waarbij natuurinclusief onderdeel is van de architectuur.
Daarmee kun je die angst in de bouwwereld een beetje wegnemen dat mensen denken: oh jee, we hebben al zoveel te doen. Dit kan er niet ook nog eens bij.”
Daarnaast bewegen ook bouwopleidingen in een natuurlijke richting. “TU Delft heeft sinds een paar jaar een urban ecology opleiding. Daar zie je dat het natuurinclusieve denken steeds vanzelfsprekender wordt.”
In Ingrids lange termijnvisie hoort naast het bestendigen van beleid, ook het voeden van kennis van ontwerpers en architecten. Dit doet Nest onder meer met publicaties, zoals een praktische gids over natuurinclusief ontwikkelen. “Op zo’n manier laten we concreet zien hoe je natuurinclusief een plek kunt geven in de bouwwereld. Wanneer is iets natuurinclusief? Wat bedoelen we met inheemse soorten en hoe maak je nou een habitat? Ecologen weten wat een huismus nodig heeft maar een architect is hier niet per se mee opgeleid.”
Beleid integreren is niet alleen een uitdaging binnen de bouwwereld zelf, ook bij overheden zorgt natuurinclusief bouwen voor worstelingen “Het is lastig voor overheden om ‘iets’ te doen met biodiversiteit. Ze worstelen met: hoe maken we daar nou een concrete vraag van? Dat zorgt ook voor vertraging.”
Met de omgevingswet hebben gemeentes een duidelijke verplichting richting de natuur en biodiversiteit gekregen. “Maar dan heb je ook een gemeentelijke organisatie nodig die dit werk kan verzetten. Je hebt het beleidsstuk, maar is er ook plantoetsing nodig. Er is een beheerafdeling nodig die gaat kijken of ze de beheeropgave aankunnen, er voldoende budget is en het praktisch oppakt.
Kortom, hoe zorg je dat het in projecten van de gemeente landt en niet als beleidsstuk op de plank blijft liggen? Daarom werken we vaak in een intensief traject met een breed team van de gemeente om natuurinclusief bouwen echt te bestendigen in de organisatie.”
Natuurinclusief bouwen hoeft niet per se duurder te zijn.
Waarom wordt er eigenlijk nog zo weinig natuurinclusief gebouwd? Een gebrek aan capaciteit en tijd, denkt Ingrid. “In de bouwwereld is er veel tempo te maken. Bovendien gaat het om complexe projecten. En er is angst voor hogere kosten. Terwijl, het gaat over andere keuzes maken, en dat is niet per se duurder.”
Er zijn een aantal gemeentes die vooroplopen. “Een goed voorbeeld is de gemeente Delft. Die heeft natuurinclusief bouwen verplicht gesteld. Alle nieuwbouw voldoet aan een natuurinclusief beleidssysteem.” Nest is betrokken bij de campusontwikkeling van de TU Delft. “De TU heeft een flink deel van het grondgebied van Delft. Ze willen een ecologische campus ontwikkelen. Hiervoor heeft Nest samen met hen beleid gemaakt.”
Tegelijkertijd werkt Nest op een praktische manier samen met de vastgoedontwikkelaars die ermee aan de slag moeten. “Dat team helpen we begrijpen wat er te doen is. Heel praktisch. Hoe voeg je meer natuur toe? Welke maatregelen passen bij dit plan? Moet je struiken of bomen planten? En welke soorten? Hoe trek je huismussen aan?”
En zo beweegt natuurinclusief bouwen misschien wel van sluitpost naar het hart van de bouwwereld. “We hebben in de bouw een grote opgave. We zijn de stad continue aan het veranderen, aan het herinrichten. Elke keer hebben we de kans om de natuur daarmee te helpen. Kun je je voorstellen wat voor impact we samen kunnen maken wanneer de natuur in ieder bouwproject als kans wordt meegenomen? Dan maak je als bouwwereld pas echt een duurzaam verschil!”