Natuurlijk Kapitaal gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.
AccepterenHet verhaal van: Angelique Wijnen en Gerard Mertz - Land van Vitam
Laatst geupdate: maandag 04 november 2024
Laatst geupdate: maandag 04 november 2024
Sinds 2023 werken boer Gerard Mertz en cateraar Vitam samen aan meer biodiversiteit. Gerard schakelt hiervoor een stuk van zijn landbouwareaal over naar regeneratief, met Vitam als afnemer. Ook als de oogst tegenvalt. We praten met beide partijen over hun gezamenlijke plannen.
In het Zuid-Limburgse Sint-Geertruid bevindt zich sinds 2006 het landbouwbedrijf Vers van Mertz. Inmiddels staat het land vol verschillende soorten groentes, maar aanvankelijk werd er fruit geteeld: bramen, bessen en kiwibessen. “We teelden 9 hectare rode bessen”, vertelt eigenaar Gerard Mertz. “In de koelcellen konden we de bessen bewaren tot maart. Dat verliep allemaal prima.” De kiwibessen deden het wat minder, maar ook de halve hectare bramen groeide goed.
Gerard Mertz
Waarom het kleinfruit dan toch verdween uit Sint-Geertruid? “De teelt bracht niet genoeg op. Uit noodzaak zijn we in 2020 overgestapt op groenteteelt.” Op het land staat nu broccoli, prei, bloemkool, koolrabi, venkel en knolselderij. De teelt wordt voornamelijk in de groentewinkel op het eigen bedrijf verkocht. Daarnaast levert Mertz aan een nabijgelegen dierentuin. “Onder andere groenlof, een vervanger van andijvie, maar makkelijk te telen zonder chemisch ingrijpen.”
Sinds kort is daar een andere belangrijke afnemer bijgekomen, Vitam. Speciaal voor deze bedrijfscateraar teelt Gerard op een stuk van zijn landbouwareaal jaarrond 40 gewassen volgens regeneratieve principes. Het areaal werd gedoopt: het Land van Vitam. Een ontwikkeling waar met name Vitam’s projectmanager MVO Angelique Wijnen nauw bij betrokken is. “Bij Vitam is er nu volle focus op regeneratief”, vertelt Angelique. “Voor ons staat het herstellen van de bodem en de biodiversiteit centraal. Want laten we eerlijk zijn: we eten al lang niet meer binnen de grenzen van de aarde. Als foodservice bedrijf kun je de meeste impact maken met eten en drinken. Niet alleen ligt de focus om het van dichtbij te halen, we kijken vooral naar hoe het wordt geteeld. Het moet écht anders. Maar alleen kan de producent niet zo’n grote stap zetten. Dat moet je samen doen.”
En zo kwamen Gerard en Angelique vorig jaar samen aan tafel te zitten.
Veel consumenten houden niet zo van een rupsje op de prei.
De vraag die op tafel lag, was: hoe kunnen we ervoor zorgen dat Mertz een deel van zijn grond regeneratief gaat verbouwen? Angelique: “Gerard deed al aan strokenteelt, maar met gewasbeschermingsmiddelen. Hij wilde geen mislukte oogst. En veel consumenten houden ook niet zo van een rupsje in de prei. Daardoor worden boeren geconditioneerd om een goed product af te leveren. Het is een markt die onder hoogspanning staat. Gerard moest ook steeds meer produceren om uit de kosten te komen. Meer spuiten leek de oplossing, maar dat wilde hij niet meer.”
De oplossing kwam toen Vitam en Gerard besloten samen op te trekken, in partnership en met een afnamegarantie van vijf jaar. En dus hield Gerard van de ene op de andere dag op met kunstmest en pesticiden. “Regeneratief houdt onder andere in dat je steeds minder chemie gaat gebruiken en steeds meer de grond voor je laat werken”, vertelt hij. “Dat hebben wij anders gedaan. We zijn op het land van Vitam vanaf dag één gestopt met alle chemie. We dachten: we zien wel wat er gebeurt. Dat heeft vrij goed uitgepakt. Natuurlijk zijn er producten die tegenvallen. En natuurlijk hebben we insectenplagen gehad. Maar ik denk dat we een mooie opbrengst hebben gehad dit eerste jaar.”
De onzekerheid, vooral in het begin van een transitie naar regeneratief, maakt het voor een boer des te belangrijker dat een afnemer zich voor een bepaalde tijd verbindt. Zodat het risico van de transitie bij beide partijen ligt. Angelique: “We gaan minimaal vijf jaar lang oogst afnemen. Ook als de oogst wat minder is. Cosmetische gebreken zijn geen reden voor afkeur. Bovendien hebben we een bepaald percentage misoogst meegenomen in de prijs die we Gerard betalen voor de groenten. Als alles gaat volgens plan dan is de prijs per kilo vergelijkbaar met een product van reguliere teelt. Maar het verwerken van de geoogste groenten vergt wel wat meer tijd dan bij regulier ingekochte producten, want er moet meer schoongemaakt en gesneden worden.”
Telen dus zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Dat klinkt als biologische landbouw. Wat maakt regeneratief boeren anders? Gerard: “Het houdt ook in dat je meer meerjarige planten op het perceel hebt en in rijen plant. Dus geen monocultuur. Dat is mooi om te zien, hoe dat functioneert. In rijen planten deed ik al en dat beviel al zeer goed. Daardoor was de stap naar regeneratief iets kleiner."
Makkelijk is het niet, vertelt Gerard. "Zeker in de overgangsfase is het moeilijk om alle producten goed van het land te krijgen. Vitam heeft een geweldige geste gedaan. Zij hebben gezegd: we gaan het samen doen. We spreken een kiloprijs af en ongeacht wat er met het product gebeurt, jij krijgt die kiloprijs. Daar konden wij natuurlijk geen nee op zeggen. Het risico ligt dan bij beide partijen. Dat is geweldig."
Biologisch boeren is niet hetzelfde als regeneratief boeren. Bij biologische landbouw is het uitgangspunt: geen schade aan de natuur aanbrengen. Als je regeneratief teelt breng je ook geen schade aan, en daarnaast ga je nog een stap verder: De focus bij regeneratief ligt op het herstel van de bodem en de biodiversiteit.
Waarom koos Gerard voor regeneratief? "Ik heb niet speciaal naar regeneratief gezocht, maar wel naar iets wat houdbaar is. Als boer hebben we altijd gestreefd naar hogere opbrengsten, lagere kosten. Maar dat is een gebed zonder einde. De bodem raakt uitgeput en er is steeds meer chemie nodig om goed te kunnen produceren. Hierdoor raakt de bodem uitgeput en gaat de biodiversiteit verloren. Zo kan het niet langer doorgaan."
En is regeneratief een houdbaar alternatief? '"Ja, het kan", zegt Gerard. Maar het heeft veel tijd nodig. "Het duurt zes tot zeven jaar voordat de bodem is hersteld en het ecosysteem in balans is. Je moet de grond voor je laten werken en daardoor loop je veel meer risico. Als er een plaag is, kun je niet ingrijpen. Dan moet je wachten tot de natuurlijke vijanden het overnemen. Dat is heel moeilijk. Zeker omdat we eerder ingrepen met chemie, en dan was het weer geregeld. Dit is heel anders, maar ik zie er zeer zeker toekomst in. Het is een blijvende oplossing die het mogelijk maakt om over 50 jaar ook nog voedsel te produceren binnen de grenzen van de aarde."
Gerard teelt op het Land van Vitam op regeneratieve wijze, maar de bodem heeft tijd nodig om te herstellen. Daar is jarenlang kunstmest overheen gegaan en er zijn gewasbeschermingsmiddelen de grond in getrokken. Angelique: "In het begin is de balans met natuurlijke vijanden ook nog niet helemaal ideaal. Door de aardvlo bijvoorbeeld, zitten er nu gaatjes in het blad van de paksoi. Maar die is net zo lekker. We verwerken het in de soep en dat ziet de gast verder niet. Die balans schijnt minder te worden naarmate de regenerering doorzet."
Het natuurlijke evenwicht wordt versterkt
Het idee is dat uiteindelijk steeds meer biodiversiteit en bodemleven ontstaat op het Land van Vitam. Gerard: “Je kunt het al na één seizoen waarnemen. We hebben een halve hectare aan meerjarige planten, struiken en bomen. In combinatie met de diversiteit aan eenjarige gewassen en continue bodembedekking zorgt dit voor een mooie polycultuur. Dit bevordert niet alleen de biodiversiteit bovengronds, maar ook het bodemleven eronder. De wortels van verschillende planten werken samen om de bodemstructuur te verbeteren, vocht beter vast te houden en voedingsstoffen efficiënter te benutten. Dit rijke ecosysteem trekt verschillende insecten, vogels en andere diersoorten aan, wat het natuurlijke evenwicht verder versterkt. De bloemen rondom de gewassen zijn bovendien essentieel voor bestuivers zoals bijen en vlinders, wat een directe positieve invloed heeft op de gewasopbrengst en de gezondheid van het land.”
Angelique: “Door middel van bodemmetingen en biodiversiteitstellingen managen we de voortgang. Het uitgangspunt is dat het ieder jaar beter wordt.” Om te meten of dat het geval is, heeft Vitam de Hoge Agrarische School (HAS) betrokken. “Zij gaan de komende vijf jaar de bodem van het Land van Vitam monitoren. Het mooie is dat we het goed kunnen vergelijken met de bodem waarop Gerard nog gangbaar teelt. Dit zijn interessante onderzoeken waar anderen weer van kunnen leren.”
En wat wil Gerard nog bereiken als het gaat om regeneratief boeren? “De grond zo min mogelijk belasten zodat we er een mooi product op kunnen telen en de bodem herstelt. En natuurlijk is het mooi als het ook rendabel is voor mij.”
"In de foodservice kunnen we de grootste impact maken door ons aanbod van eten en drinken te verduurzamen", zegt Angelique: "We willen bewijzen dat het kan. Wij nemen onze verantwoordelijkheid om deze transitie in gang te zetten. Met veel kleine bewegingen kan dan één grote beginnen."
Vitam is aangesloten bij Boeren Natuurlijk, dé vindplaats voor inkopers die op zoek zijn naar boeren die de natuur versterken. Wil je meer weten?
Vitam, Schevichoven Groeit!, Mertz kleinfruit en Beter Bij Ons zetten gezamenlijk in op regeneratieve landbouw. Daarbij ligt de nadruk op het verbeteren van de bodemgezondheid en het vastleggen van koolstof in de bodem. Dat ziet er zo uit: Gerard Mertz schakelt op zijn land in Sint Geertruid speciaal voor Vitam een stuk van zijn landbouwareaal om naar regeneratief, het Land van Vitam. Agronomische ondersteuning krijgt Gerard van Schevichoven Groeit! De oogst die van dit land af komt, verwerkt de bedrijfscateraar in het assortiment op haar locaties in de omgeving van Maastricht. Beter Bij Ons is de verbindende schakel in de samenwerking. Deze partij faciliteert het logistieke proces via het bestelplatform Streekproductenplein en door het elektrische transport van de producten naar de locaties te verzorgen.