Natuurlijk Kapitaal gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.
AccepterenHet verhaal van: Jan Willem Burgmans - Heijmans
Laatst geupdate: vrijdag 11 juli 2025
Laatst geupdate: vrijdag 11 juli 2025
Natuurinclusief bouwen klinkt voor de meesten nog ingewikkeld. Alsof je iets extra’s moet doen bovenop een toch al complex bouwproces. Volgens Jan Willem Burgmans, programmamanager biodiversiteit bij bouwbedrijf Heijmans, is het tegenovergestelde waar: “Als je vanaf het begin anders ontwerpt, hoef je niet méér te doen. Je doet het alleen slimmer.”
Toch gebruikt Burgmans zelf liever een andere term. Hij spreekt liever van natuurpositief bouwen. De term ‘natuurinclusief’ is volgens hem zó vaak en breed ingezet dat die zijn scherpte heeft verloren. Natuurpositief betekent volgens hem: aantoonbare verbetering voor de natuur na oplevering. Geen symbolisch groen, maar echte meerwaarde. “Mensen zijn al trots als ze drie bomen niet omzagen en noemen dat natuurinclusief. Maar dat is niet het idee. Natuurinclusiviteit betekent dat de natuur leidend is voor je plannen.”
Mensen zijn al trots als ze drie bomen niet omzagen en noemen dat natuurinclusief. Maar dat is niet het idee. Natuurinclusiviteit betekent dat de natuur leidend is voor je plannen.
Hoe kunnen projectontwikkelaars dat in de praktijk brengen? En hoe maken kleine keuzes een groot verschil voor natuur en leefomgeving? We vragen het aan Burgmans.
Natuurpositief werken, dus. Toch draait het in nieuwbouwprojecten vaak om esthetiek, kosten en planning en komt natuur als laatste. Als er nog tijd of budget over is. Klopt dat?
“In veel gevallen wel, en dat is precies het probleem. Als je natuur pas aan het eind meeneemt, kun je alleen nog iets extra’s doen. Een nestkast, een boom, een gevelplant. Maar dan ben je pleisters aan het plakken. De echte winst zit aan het begin van een project: in het plan van eisen. Dan kun je fundamenteel anders ontwerpen, zonder meerkosten. Alleen door andere, slimmere keuzes te maken.”
Hoe werkt dat dan?
“Als je kritisch kijkt naar wat toch al moet, kan je dat bijna altijd milieuvriendelijker doen. Als je een wateropvang nodig hebt, kun je kiezen voor een functionele betonnen bak, maar je een speelvijver maken is veel leuker. Die doet hetzelfde én levert beleving en biodiversiteit op. Ook mobiliteit biedt kansen. In plaats van overal parkeerplaatsen aan te leggen, experimenteert Heijmans met centrale parkeerhubs en deelmobiliteit. Eén deelauto vervangt vijf reguliere parkeerplaatsen. Dat levert flink wat vierkante meters op die we kunnen inrichten met groen. En als mensen tóch weer een eigen auto willen, wordt zichtbaar wat ze daarvoor moeten inleveren: dat stuk groen.”
Helpt bomen planten achteraf dan echt niet?
“Als we het over bomen hebben: in veel projecten wordt wel een boom ingetekend, maar wordt vergeten dat een boom ook ruimte nodig heeft onder de grond. Wortels moeten kunnen groeien, er moet voldoende voeding en zuurstof in de bodem zitten, en de grond mag niet te zwaar verdicht zijn. Als daar in het ontwerp geen rekening mee wordt gehouden, krijg je bomen die slecht aanslaan, nauwelijks groeien of zelfs na een paar jaar verwijderd moeten worden. Daarnaast kunnen wortels zich een weg banen onder wegen of fietspaden en daar schade veroorzaken. Simpelweg omdat ze geen andere kant op kunnen. Door ondergronds ruimte te reserveren in het ontwerp voor wortelgroei voorkom je die problemen die je uiteindelijk geld kosten. Je vergroot de kans dat bomen uitgroeien tot volwassen exemplaren die schaduw geven, water vasthouden, biodiversiteit ondersteunen en bijdragen aan een prettig microklimaat. En dat betekent: minder hittestress, betere waterhuishouding en minder onderhoudskosten op termijn.”
Natuurpositief ontwerpen is vanaf het begin juíst financieel aantrekkelijk.
Over kosten gesproken: leveren dit soort natuurpositieve keuzes inderdaad geld op?
“Natuurpositief ontwerpen is vanaf het begin juíst financieel aantrekkelijk. Concreet betekent minder verharding bijvoorbeeld minder aanleg- en onderhoudskosten. Lokaal water laten infiltreren verlaagt de rioleringskosten. En een groene omgeving verhoogt de leefkwaliteit, wat woningen aantrekkelijker maakt voor kopers.”
Klinkt allemaal logisch en aantrekkelijk, maar natuurinclusief werken gebeurt nog niet op grote schaal. Hoe krijgen we dat voor elkaar?
“Dat begint met een cultuurverandering in de hele bouwketen. Natuur wordt nog te vaak gezien als iets ‘groens’ dat je toevoegt als alles al besloten is. Maar het hoort gewoon bij goed ontwerp. Net als veiligheid en gezondheid. Daar maak je ook geen apart plan voor. Het zit verweven in alle keuzes. We moeten bovendien beter leren samenwerken. Bouwers, ontwerpers, ecologen: die spreken vaak nog een andere taal. Terwijl je juist moet begrijpen wat de ander drijft. Ecologen moeten weten hoe een bouwproces werkt, en bouwers moeten snappen wat er nodig is om biodiversiteit echt de ruimte te geven. En dan helpt het ook om natuur niet alleen te verkopen als iets voor planten en dieren, maar als iets wat bijdraagt aan een gezonde, leefbare wijk. Minder hittestress, meer sociale interactie, een prettiger straatbeeld - dát zijn dingen die iedereen begrijpt. Daar ligt volgens mij de sleutel.”