Natuurlijk Kapitaal gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.
AccepterenHet verhaal van: Gerard Teuling - Sectormanager Agrifood
Laatst geupdate: maandag 16 oktober 2023
Laatst geupdate: maandag 16 oktober 2023
Vegaburgers in plaats van hamburgers in de bedrijfskantine. Als het gaat over inkopen van voeding, een mooie stap in de goede richting. Zou je zeggen. Maar wil je écht impact maken, zet dan een natuurinclusieve stap. Volgens Gerard Teuling, sectormanager Agrifood bij MVO Nederland, kunnen inkopers zich beter richten op natuurlijk boeren, dan op vegaworstjes in de kantine. Pas dan raak je de kern van duurzaamheid.
‘Stel, je ben inkoper bij een hogeschool. Je wilt voor duurzamer eten zorgen op alle locaties. Daarom besluit je minder dierlijke producten in de vitrines te zetten. Met vegetarisch inkopen maak je gelijk een zichtbaar verschil. Vegetarisch eten voorkomt dierenleed, het veroorzaakt minder uitstoot van broeikasgassen en het scheelt heel veel grond voor veevoer. Straks meer daarover.
Eerst even over de verwoestende effecten van onze voedselproductie: die zorgt voor 60 procent verlies aan biodiversiteit - de verscheidenheid aan planten- en diersoorten - en voor 25 procent van alle broeikasgasemissies. Dat komt omdat we in Nederland erg goed zijn in efficiënte landbouw en helaas daarmee ook kampioen in biodiversiteitsverlies.
In enkele decennia is het aantal insecten met 70 procent afgenomen. Vogels, zoogdieren en vissen in het landelijk gebied staan onder grote druk. Door het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen en het ploegen van akkers verstoren we ecosystemen in de grond ernstig - en onder de grond bevindt zich maar liefst 60 procent van de biodiversiteit! Met als gevolg dat de toekomst van onze voedselproductie groot risico loopt.
We kunnen Nederland mooier eten, onszelf gezonder én de boer toekomstperspectief geven door natuurinclusief voedsel in te kopen. Win-win-win
Het is gelukkig nog niet te laat om het tij te keren. De landbouw is bij uitstek de sector die klimaatverandering kan remmen en de watercyclus én ecosystemen kan herstellen. Als we voedselproductie toekomstbestending willen maken, moeten we eten verbouwen op een manier die met de natuur meewerkt; door het herstel van bodemleven centraal te stellen, door van monocultuur naar mengteelt te gaan, door afbouw van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en krachtvoer en het zo veel mogelijk stimuleren van de lokale ecologie. Dat heeft zichtbare impact op ons landschap. En op de voedingswaarde van de producten die daaruit komen. Dat zie je gelukkig al gebeuren in regeneratieve landbouw, agroforestry, permacultuur en bepaalde vormen van biologische en biodynamische landbouw.
Het probleem zit alleen, en hier komen inkopers weer in beeld, bij de afzetmarkt. Het is een beetje een kip/ei issue. Inkopers zeggen dat natuurlijke landbouwproducten nauwelijks beschikbaar zijn. Boeren twijfelen om die kant op te gaan, omdat er niet genoeg inkopers zijn. Dus, inkoper van die hogeschool die het duurzamer wil doen, sla de handen ineen met je collega’s. Van andere onderwijsinstellingen, of misschien wel van zorginstellingen in de buurt. Samen kunnen jullie deze boeren via contracten lange termijn afzetzekerheid geven.
Wij gaan naast de boer staan in deze roerige tijden
Neem bijvoorbeeld de korte keten als uitgangspunt. Bezoek, samen met andere inkopers van eten en drinken, een boer in de buurt die natuurlijk teelt. [Waar vind je die? Kijk even op deze handige kaartjes van Caring Farmers en van We are the Regeneration]. Dan kun je zelf ervaren dat bij de natuurinclusieve boerderij van boer Jan een enorme diversiteit aan producten groeit, zoals asperges, druiven en bessen. Bruine grond is bijna niet meer zichtbaar door bedekking met klavers en houtstrooisel. Er zijn heggen, natuurstroken en bomen. Terwijl, bij buurman Pieter ziet het er heel anders uit: hij wordt omringd door gifgroen grasland zonder klavertjes of insecten.
Laat je rondleiden en informeren. Dan ga je begrijpen hoe jouw producten worden geproduceerd en dat je blijvende impact kunt maken door via deze weg in te kopen. En daarmee laat je ook zien: wij steunen de boer en creëren ruimte voor natuurherstel in deze roerige tijden voor de landbouw.
Dus is de vraag: Koop je in bij boeren die bodems uitputten en biodiversiteit verslechteren of bij boeren die bodems verrijken en soortenrijkdom vergoten? Het gaat er niet alleen om of iets vega is of niet. Inkopers van Nederland, kijk naar het totaalplaatje en maak die positieve impact.’